De romantiek van knokkende ijshockeyers
Foto door Kirby Lee // USA TODAY Sports

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

De romantiek van knokkende ijshockeyers

Ik heb de massale vechtpartijen bij een ijshockeywedstrijd nooit goed begrepen.

Mijn ouders houden van ijshockey dus ik groeide op met de sport. Maar ze hebben mij geleerd om alleen de meest verfijnde spelers te bewonderen, en het vechten te laten voor wat het was. Knokken was immers meer iets voor echte vechtsporten, zoals judo, karate en kung fu.

De ijshockeygevechten worden wel op het ijs gehouden, maar ze zijn geen officieel onderdeel van de sport. De spelers passen bewegingen toe die in vechtsporten gebruikt worden – hoeken en stoten – maar van techniek is vaak geen sprake. De gevechten worden nog wel enigszins beperkt door ongeschreven regels, maar bevinden zich ergens in een grijs gebied tussen ijshockey en de vechtsporten die ze nadoen in. Maar toch moet ik toegeven dat het geknok op het ijs mij veel voldoening geeft, en ik begrijp niet zo goed waarom. Ik hou van ijshockey en ik hou van vechtsport, maar ik ben opgevoed met het idee dat gemat op het ijs de sport beschadigt. Dat het vooral een lompe manier is om onderontwikkelde supporters te vermaken, supporters die toch nooit de meer verfijnde, belangrijkere facetten van de sport zouden waarderen. Bovendien vindt de vechtsportliefhebber in mij de knokpartijen ook dom. Hoewel er ijshockeyers zijn die vechtsporten als Muay Thai en MMA in hun trainingsprogramma opnemen, krijgen ze het voor elkaar om alles behalve fatsoenlijke techniek te gebruiken. De armen vliegen slecht getimed in het rond en het voetenwerk is zo goed als je kan verwachten op een glibberende ijsbaan. Iedereen die enige kennis heeft van vechttechnieken hoort teleurgesteld te zijn. Mijn man heeft jarenlang geprobeerd mij ervan te overtuigen dat ik de gevechten niet vanuit het juiste perspectief bekijk. Volgens hem zijn ze een onderdeel van een complex psychologisch spelletje. Omdat hij al zijn hele leven ijshockeyt, ben ik geneigd hem te vertrouwen. Maar als ik dan weer zo’n opstootje zie, snap ik het nog steeds niet.

Foto door Sergei Belski // USA TODAY Sports

Er zijn zelfs films gemaakt waarin ijshockeygevechten centraal staan. In de film Goon wordt ijshockeyer Doug Glatt (gespeeld door Seann William Scott) uit zijn team gezet en moet hij weer onderaan de ladder beginnen. Dan begint hij aan een reeks van levenslessen en filosofische uitdagingen, die ook voorkomen in films als Rocky en Karate Kid. Het is een film die gaat over discipline, roem en voor jezelf opkomen terwijl je tegelijkertijd je vijand moet verslaan in het heetst van de strijd. Die belangrijke karaktereigenschappen vind je ook terug in geschreven ervaringen van ijshockeyers. Neem bijvoorbeeld het verhaal van Detroit Red Wings-speler Kris Draper die in een artikel vertelt over de heroïsche vechtpartij tussen de Red Wings en aartsrivaal Colorado Avalanche. Toen iedereen begon te knokken, speelden zijn persoonlijke frustraties op. Frustraties door jarenlange onderschatting en onderwaardering in de sport, maar ook doordat Avalanche-speler Claude Lemieux het jaar daarvoor Drapers gezicht én zijn teamspirit had verminkt. Door zijn minderwaardigheidscomplex en de schade die hij had opgelopen, voelde dit gevecht als een cruciaal moment voor een psychologische overwinning. “Precies 301 dagen nadat mijn gezicht werd verminkt, stonden mijn teamgenoten voor me klaar. We hebben dat natuurlijk even rechtgezet. Maar wat velen zich niet meer herinneren is dat het voor de spelers op het ijs niet alleen ging om het vechten. Die avond draaide erom dat we bewezen dat we de wedstrijd konden winnen van Colorado,” schrijft Draper. “Het gevecht was één ding, maar dat wij ook wonnen die avond veranderde alles. Het gaf ons het geloof dat we ze ook in de play-offs konden verslaan. We voelden dat we ze in de finale weer zouden tegenkomen. Dat voelden we gewoon.” Een vergelijkbaar psychologisch voordeel speelde een rol in hun winst van de Stanley Cup, en bij de daaropvolgende kampioenschappen in 1998, 2002 en 2008. “Kunnen we eigenlijk nog wel de Stanley Cup winnen zonder zo’n massale vechtpartij?”, vroeg Draper zich op een gegeven moment af. “Misschien niet. Ik weet het niet. Maar wat ik wel weet is dat de vechtpartijen geen kwaad konden voor onze mentale strijd.” Het specifieke gevecht waar hij over praat, was een chaos van ongecontroleerd geweld. Het lijkt op een ontaarde massale ruzie in een kroeg, maar dan op een groot blok ijs. Als je van vechtsport houdt net als ik, is het zonde van je tijd om de video op YouTube te bekijken. Maar toch zit er iets in wat mensen aanspreekt. Een ijshockeygevecht is misschien geen echte vechtsport, maar de spirituele overeenkomst en het psychologische spel maken het een bijzonder fenomeen waar ik toch graag naar kijk.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.