De wereld volgens Johan Pater

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

De wereld volgens Johan Pater

Ik heb altijd een zwak gehad voor volkse jongens in het profvoetbal.

Jongens als Theo Lucius, Patrick Pothuizen en Jeroen Heubach. Ze staan in contrast met de steriele en liefdeloze uitstraling van het moderne voetbal en de gelikte voetballers die daarbij horen. Geen nette posts op social media, maar Hazes draaien met een potje bier en een peuk in het supportershome. Het liefst lekker meebrullen en een sjekkie rollen tussen de vingertoppen.

Daarom sta ik op een dinsdagavond in een nagenoeg lege Utrechtse snackbar toe te kijken hoe Johan Pater knabbelt aan een bamischijf en een berehap. Naast de voormalig speler van PSV, FC Eindhoven, Telstar, AGOVV, Go Ahead Eagles en FC Volendam staat een Action-tas, tot de rand toe gevuld met petten.

Advertentie

Alle foto’s door Jan Mulders

Het kostte me vier maanden, drie verschillende telefoonnummers en twee afspraken om hem, na anderhalf uur wachten op Utrecht Centraal, eindelijk de hand te mogen schudden. Bij Pater gaat niets zoals het normaal gaat. “Sommige jongens zitten alleen maar Goede Tijden Slechte Tijden te koekeloeren bij hun wijf op de bank. Ze vinden er geen reet aan, maar ze doen het wel. Want ze hebben een huis samen. Het gaat alleen maar om geld,” begint hij. “Dat is niks voor mij.” Johan Pater zit nooit om een mening verlegen.

“In Lunteren wonen stapels paters,” lacht hij even later, als we van de snackbar zijn verplaatst naar een bomvolle Utrechtse kroeg. Pater werd geboren en getogen in Lunteren, in het epicentrum van de Biblebelt. Het dorpje heeft zeven kerken en je wordt er behoorlijk scheef aangekeken als je op zondag niet in één van die kerken zit. Johan staat op zo’n moment meestal nog ergens op een afterparty. Voor de mensen in zijn geboortedorp doet hij nu alles wat god verboden heeft. Het is me snel duidelijk: er zijn veel paters in Lunteren, maar er is er maar één zoals Johan.

Hij heeft het gewoon niet zo met regeltjes. De regeltjes van de voetballerij waren dan ook de achilleshiel van zijn nogal stroeve voetbalcarrière. “Als iemand zegt dat ik iets niet mag doen, ga ik meteen kijken hoe ik het wel kan doen. Roken deed ik al vanaf mijn achtste, dat moest allemaal stiekem.”

In 2001 werd hij bij FC Eindhoven betrapt op cocaïnegebruik en kreeg een schorsing van 18 wedstrijden aan zijn broek. Het keurslijf van voetbalprof paste hem simpelweg niet. De enige die hem een beetje op het rechte pad hield, was zijn vader.

Advertentie

“Op een gegeven moment speelde ik echt alleen nog voor hem,” zegt hij. “Mijn vader was apetrots op me, ik kon hem niet teleurstellen.” Toen zijn vader overleed, was dat discipline dus ook weg. “Ineens had ik meer vrijheid, want vroeger kwam hij me gewoon uit de kroeg slepen. Die vent deed alles voor me, dus na zijn dood zocht ik tijdens het voetballen continu naar hem op de tribune. Of keek ik of hij ergens achter een boom stond. Ik had toen regelmatig paniekaanvallen. Iedereen dacht dat het door de drugs kwam. Het scheelt maar een paar letters, maar het kwam eerder door de druk,” lacht Pater.

Het lijkt alsof hij in zijn hart altijd meer een supporter dan een speler is geweest. Gewoon een jochie van de straat. Een ventje dat zonder stress wil doen wat zijn vriendjes ook doen. “Ieder seizoen was ik weer op zoek naar een nieuw rookmaatje.” Voor een spits scoorde hij weinig, toch werd hij overal door supporters op handen gedragen.

In de voetballerij leef je onder een vergrootglas. Dat lag Johan niet. “Ik ben wel gelukkig hoor,” zegt hij. “Ik ga nu lekker naar een feestje, leuke mensen ontmoeten.” Dat hij daardoor niet meer kan rekenen op de financiële onafhankelijkheid van de voetbalwereld maakt hem niet uit. “Geld boeit me geen reet, het is allemaal ellende. Ik rijd liever in een oude Ford waarmee ik in Amsterdam straks lekker kan gaan stappen.”

Ik vraag hem wat hij ervan vindt dat het label van drugsgebruiker altijd aan hem is blijven plakken. “Ik schaam me er niet voor,” antwoordt hij. “Ik heb niets gestolen, niemand vermoord. Maar wat ik heb gedaan is een taboe.” Nu omarmt hij dat label juist. Drugs zijn een onderdeel van zijn leven geworden en dat laat hij zien met zijn pettenmerk, Helemaal Knettahh. De snackbarhouder krijgt er vier. Een onbekende voorbijganger mag ook even in de Action-tas grabbelen. Johan maakt snel vrienden.

Advertentie

Johan betaalt de huur nu met de verkoop van petjes. Hij zegt dat hij er al zo’n 4.000 heeft verkocht. Ze zijn vooral populair onder hardstyle- en hardcore-ravers die ieder weekend ’helemaal knetter’ door de zaal stuiteren, en Johan hakt lekker met ze mee. “Decibel, drie jaar geleden, was mijn eerste feest. Sindsdien ben ik ieder weekend gegaan.”

Johan Pater werd tegen wil en dank profvoetballer. Hij heeft schijt aan de regels en het gelul van anderen, en zijn talent was daarom misschien wel zijn straf. De regels en het vergrootglas van de voetballerij wekken vooral nog meer opstandigheid bij hem op. Johan gaat dus liever zijn eigen weg. Ik vraag me af of hij niet stiekem liever bouwvakker was geworden, net als zijn vrienden, maar petten verkopen lijkt hem ook goed te liggen.

“Voor welke club ben jij eigenlijk?”, vraagt hij nog, vlak voordat ik op Utrecht Centraal weer op de trein wil stappen. “FC Haarlem,” zeg ik. Pater lacht en doet een stap naar achter. Al zingend en met stevige gabberpassen danst hij over het perron. “Helemaal niets in Haarlem-Noord, helemaal níets in Haarlem-Noooord!”

Op Johan Pater kun je moeilijk kwaad worden.

Dit is een interview uit de serie Het Nieuwe Leven, waarin gestopte profvoetballers vertellen over hun nieuwe carrières. Zie hier alle verhalen uit deze serie.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.