De wielersport kan wel wat ratjes gebruiken

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

De wielersport kan wel wat ratjes gebruiken

Nederland was woest toen Vincenzo Nibali een jaar geleden in de Giro besloot door te rijden toen Steven Kruijswijk een bocht miste en sneeuw hapte in winnende positie.

‘Die schijt-Italiaan had moeten wachten, vuile maffioso’ – zo was de strekking. Toen Alberto Contador in 2010 demarreerde op het moment dat Andy Schleck zijn ketting eraf reed, was de wielerwereld ook al in rep en roer. Ongeschreven regels, de wielersport staat er bol van, maar waarom?

Renners worden betaald om te winnen, maar tegelijk wordt hen opgedrongen dat er rekening moet worden gehouden met allerlei gedragsregels. Die staan meestal niet eens zwart op wit, je doet het gewoon. Je draait mee als je in de finale wegrijdt met een kopgroep, ook al ben jij een avonturier die wil winnen en is je medevluchter een klassementsman die uit is op tijdwinst. Je rijdt niet weg tijdens de bevoorrading, je doet rustig aan als een renner gaat pissen en van materiaalpech profiteer je niet.

Advertentie

De groep met de klassementsrenners gisteren op de Grand Colombiere.

De wielrennerij en renners doen zich zo voor als gentlemen, en dat slaat natuurlijk helemaal nergens op. In tijden dat de sport schoner lijkt te zijn dan ooit, slaan we door in wat wel en niet mag. Ik kijk wielrennen om spektakel te zien en met mij waarschijnlijk negentig procent van de wielerfans. Ik genoot van de strijd tussen Nibali en Kruijswijk in Italië, geforceerd door een val. Spektakel omdat in mijn ogen door Kruijswijk aan een belangrijk onderdeel van wielrennen niet werd voldaan; op je fiets blijven zitten.

Tom Dumoulin verloor de Giro niet toen hij langs de kant zat te kakken, maar waarom eigenlijk niet? Op je fiets blijven zitten is de voorwaarde en Tom voldeed niet. Is poepen in de berm reden om te wachten, maar een val van Wilco Kelderman door toedoen van een motor niet? Moeten we dat echt gaan weerleggen met het zwaktebod dat er in de ene situatie al sprake was van koers en in de andere niet? Natuurlijk niet, koersen! Contador won de Tour van 2007 door het ketting-incident bij Schleck. Prima, hij had een fiets die het deed. Vettel en Hamilton wachten toch ook niet als Verstappen een lekke band rijdt in de Formule 1?

Topsport is hard en mede daarom zo fantastisch. Richie Porte die in de vorm van zijn leven tegen een wand klettert en niemand heeft het er overmorgen nog over. Koersen, altijd koersen. Wielersport is topsport, maar door de ongeschreven regels niet zo hard en spectaculair als dat het zou moeten zijn. Een val is een val, poepen is tijdverlies en pech is pech. Het zorgt ervoor dat renners áltijd op hun hoede moeten zijn en het zorgt ervoor dat de beste niet per se altijd hoeft te winnen. Wat zou dat fijn zijn in het Sky-tijdperk.

Ik barstte dan ook in lachen uit toen Fabio Aru op de Mont du Chatte demarreerde. De Italiaan reed achter Chris Froome, zag de leider zijn hand opsteken met pech en aarzelde niet. Hup, weg! Mijn eerste reactie was: dit kan eigenlijk niet, maar waarom niet? Pech gehad. Uithuilen en opnieuw beginnen. Net als wanneer Sven Kramer zijn schaats stuk rijdt, Valentino Rossi zijn motor opblaast of Rafael Nadal, bij wie op breakpunt een snaar knapt.

Fiets wisselen, doorrijden en je verlies nemen. En als Aru een dag later lek rijdt, hetzelfde doen. Wielrennerij is vaak zo voorspelbaar, juist daarom heeft het zo hard ratjes nodig.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.