Het verhaal van Priya Ramesh: de negentienjarige Eredivisie-correspondent

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Het verhaal van Priya Ramesh: de negentienjarige Eredivisie-correspondent

VICE Sports bestaat een jaar en om dat te vieren laten we drie jonge journalisten aan het woord die een nieuw geluid laten horen bij andere sportmedia.

Deze week publiceren we het drieluik interviews. Dit is deel één (hier deel twee en drie).

Priya Ramesh is een rockster onder jonge Nederlandse voetbaljournalisten. Dat zal ze zelf niet zo snel zeggen, maar dat is ze wel. Ze is negentien, en op haar zeventiende werd ze al gepubliceerd bij The Guardian. Haar artikelen over de Eredivisie staan op grote Engelse voetbalsites als Bleacher Report en FourFourTwo.

Advertentie

Priya komt uit India, heeft in Nederland gewoond en studeert nu geneeskunde in Engeland. Naast haar studie schrijft ze regelmatig grote verhalen over de Eredivisie, haar specialiteit. VICE Sports sprak Priya via Skype over de manier waarop ze als scholier in de sportverhalen is gerold, de kwaliteit van de Nederlandse voetbaljournalistiek en seksisme in de voetbalwereld.

VICE Sports: Ha Priya, hoe is het in Engeland?
Priya Ramesh: Goed, maar ik zit nu middenin mijn tentamens, dus ik moet veel studeren. Na dit interview ga ik meteen weer aan de bak.

Tof, volgens mij zijn er niet veel voetbaljournalisten die hun journalistieke carrière combineren met een studie geneeskunde.
Nee, volgens mij niet. Ik was laatst bij het Opta Pro Forum, een congres voor voetbaljournalisten in Londen. Daar heb ik veel voetbaljournalisten ontmoet die ik daarvoor alleen van Twitter kende. Zij vonden het allemaal maar vreemd dat ik geneeskunde studeer én over voetbal schrijf. Maar ik hou het zo graag in balans.

Je komt uit India en hebt al op veel verschillende plekken gewoond. Waarom ben je gaan schrijven over het Nederlandse voetbal?
Mijn vader werkt voor Tata Steel, dus ons gezin heeft al in een hoop verschillende landen gewoond. Tussen mijn negende en twaalfde woonden we in Amstelveen, vlakbij de Johan Cruijff Arena. Mijn vader nam me soms mee naar wedstrijden, ook al vond hij het zelf niks. Nadat we weggingen uit Nederland ben ik de Eredivisie eigenlijk alleen maar fanatieker gaan volgen. Ik merkte al snel dat dit mijn niche moest zijn als journalist.

Advertentie

Waarover schreef je voordat de Eredivisie jouw niche werd?
Eerst schreef ik voetbalblogjes over de Premier League. Ik zette die stukken ook op Twitter, maar hoe meer ik op Twitter zat, hoe meer ik besefte dat andere mensen beter schrijven over de Premier League. Ik was het plankton in de voedingscyclus van de Premier League-verhalen.

De Eredivisie lag je wel. Hoe merkte je dat?
Nadat ik rondom het WK van 2014 een paar stukken voor FourFourTwo had geschreven over het Nederlandse voetbal, werd ik opeens geretweet door grote voetbaljournalisten. Toen ging het snel. Ik was gewoon een zestienjarige die bezig was met de middelbare school in Singapore. Ik had het druk met mijn huiswerk, maar tegelijkertijd kreeg ik steeds meer deadlines als voetbaljournalist.

Het ging zeker als een trein. Hoe heb je het geflikt om als middelbare scholier een groot verhaal te publiceren in The Guardian ?
Ik zag op een gegeven moment dat Marcus Christensen, een sport editor van The Guardian, me volgde op Twitter. Ik vroeg hem voorzichtig bij wie ik een verhaal voor The Guardian kon pitchen. “O, stuur mij maar een email,” zei hij, en voegde daar aan toe dat ze sowieso interesse zouden hebben in een stuk over Memphis, omdat hij die zomer een transfer van PSV naar een buitenlandse club ging maken. Daar ben ik meteen mee aan de slag gegaan.

Hoe verliep het vanaf de pitch tot aan de publicatie van het stuk?
Nou, ik dacht dat ik tot het einde van de transferperiode de tijd had om te schrijven, maar opeens werd bekend dat Memphis naar Manchester United ging. Marcus vroeg me meteen of ik een draft van het stuk klaar had. Die had ik wel, maar ik zat op dat moment in een trein in Singapore voor twee uur, zonder wifi of laptop, dus ik kon het niet naar hem sturen. Daarna brak het FIFA-schandaal uit en focuste The Guardian daarop, waardoor het stuk over Memphis steeds werd doorgeschoven. Ik vond het allemaal prima, zolang het maar werd gepubliceerd. En dat gebeurde gelukkig ook in juli 2015.

Advertentie

Dat moet heerlijk gevoeld hebben.
Man, dat voelde zo goed. Mijn artikel en naam stonden bij The Guardian tussen sportjournalisten als Amy Lawrence. Zij is een van mijn grootste voorbeelden. Ik was een willekeurige zeventienjarige scholier, maar een stuk van mij was plotseling gepubliceerd in wat waarschijnlijk de beste Engelse krant is. Het klinkt krankzinnig en dat was het ook. Michiel Jongsma en Peter McVitie, die mijn eerste echte verhalen publiceerden bij BeNeFoot, waren ook heel trots.

Was dat het hoogtepunt van je journalistieke carrière?
Zeker, samen met het artikel dat ik begin dit jaar voor Bleacher Report schreef over de jaren van Luis Suárez bij FC Groningen en Ajax. Ze betaalden me zelfs om van Londen naar Nederland te gaan om mensen te interviewen die met Suarez hadden gewerkt. Ik had nog nooit iemand geïnterviewd en opeens stond ik tegenover Hans Nijland, Henk Veldmate, Ronald de Boer, Erik Nevland en John van ‘t Schip. Ik kan dat nog steeds niet geloven.

Jouw header op Twitter is een reactie van iemand die zegt dat je niks van voetbal weet en terug naar de keuken moet. Kom je dat soort seksisme vaker tegen?
Mensen hebben op Twitter vaak niet door dat ik een vrouw ben. Als profielfoto heb ik een pug die eruitziet als het meisje met de parel, en mijn naam klinkt niet per se vrouwelijk. Dat beschermde me een tijdje tegen seksisme op Twitter. Maar ik heb best wat seksistische reacties gehad. Ik heb die ene reactie als header zodat mensen die mijn profiel zien, weten dat dit wel gebeurt en dat ik toch mijn mening blijf geven. Die tweet was erg expliciet, maar seksisme kom je ook vaak genoeg in minder expliciete vormen tegen.

Advertentie

Op wat voor manier?
Soms word ik niet serieus genomen omdat ik een vrouw ben. Elke vrouw op Twitter krijgt vroeg of laat een keer te horen dat ze terug de keuken in moet. Amy Lawrence maakte laatste een grapje op Twitter over Manchester City. Zij werd daarna helemaal kapotgemaakt. Het werd zo erg dat ze een tijdje besloot te stoppen met Twitter. Zij is een van de beste voetbalschrijvers ter wereld, maar op Twitter was ze makkelijk slachtoffer van seksisme, omdat het daar relatief anoniem kan.

Zie je dat seksisme ook terug in de Nederlandse sportjournalistiek?
Laatst zag ik nog een bericht van Voetbal Inside over het einde van de carrière van Anouk Hoogendijk, waarin ze de “allerbeste kiekjes van de geweldig mooie Anouk” op een rij hadden gezet. Dat verpestte mijn hele dag. Alsof die foto’s het enige waren wat ze van haar carrière konden laten zien. Ik vind het belangrijk dat er in de voetbaljournalistiek input van vrouwen is, al is het maar voor de diversiteit. Mensen met een andere huidskleur of geslacht dan witte mannen leiden een fundamenteel ander leven. Als je deze mensen een stem geeft, verbreed je ook je eigen horizon. Maar het hele panel van bijvoorbeeld Voetbal Inside bestaat uit oude witte mannen. Dan gebeurt zoiets seksistisch sneller.

Zijn er ook talkshows waar je vindt dat dit wel goed gaat?
Ik vind bijvoorbeeld FC Afkicken heel tof. Zij laten veel verschillende perspectieven zien en hebben ook een show over vrouwenvoetbal. Ik denk dat media die kant op moeten gaan.

Zie je inhoudelijk meer goede ontwikkelingen in de Nederlandse voetbaljournalistiek?
Ik ben echt fan van wat Pieter Zwart aan het doen is. Ik kijk al zijn clips van Rondo. Zoiets heb je niet in Engeland. Pieter Zwart heeft het bijvoorbeeld over packing en expected goals. Het is goed als iemand de laatste ontwikkelingen in tactiek en voetbalbeleid in simpele termen uitlegt aan een groter publiek op televisie. Want ook al voelt het vaak alsof je er veel mensen bereikt, Twitter is een heel klein kamertje.

Ligt jouw eigen ambitie nu meer in de medische wereld of in de voetbalwereld?
Ik word sowieso dokter. Toen ik klein was, wilde ik romans schrijven en kunstenaar worden, maar daarna begon ik de wereld anders te zien. Mijn familie heeft het financieel niet breed. Tegen de tijd dat ik het gemaakt had als voetbalschrijver, realiseerde ik me dat ik een stabiele baan nodig heb. De journalistiek is daarvoor een moeilijke markt. Ik wil wel een paar keer per jaar grote voetbalverhalen blijven schrijven voor media als The Guardian, als ze mijn pitches zien zitten.

Zonde dat door de instabiliteit van de journalistiek kwaliteit verloren gaat.
Laatst nog heeft ESPN opeens een hele lading journalisten ontslagen, daar zaten echt goede schrijvers tussen. Dat geeft wel aan hoe instabiel de journalistieke markt is. Gelukkig is het parttime goed te doen. Ik zal het altijd wel blijven doen, maar ernaast, niet als broodwinning. Eerst maar eens de tentamens van dit jaar halen.

Zie hier een overzicht van de online publicaties van Priya Ramesh.