Hoe Max de Boom na zijn debuut voor PEC Zwolle uit het profvoetbal verdween

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Hoe Max de Boom na zijn debuut voor PEC Zwolle uit het profvoetbal verdween

“Ik heb er nog geen moment spijt van gehad dat ik gestopt ben met voetballen. Ik denk ook niet dat ik dat ooit ga hebben.”

Het is zaterdagavond 13 december 2014. Max de Boom is achttien en heeft dan net zijn debuut gemaakt voor PEC Zwolle, onder Ron Jans. De rechtsbuiten besliste de wedstrijd tegen Willem II met een goede actie: 1-0. Maar twee dagen later loopt De Boom op de training een zware kruisbandblessure op. Hij wordt nooit meer de oude en stopte deze zomer met profvoetbal. Hij past voor een carrière in de Jupiler League en stapt over naar het Groningse Pelikaan S. in de tweede klasse. Er is meer dan voetbal in de wereld, beseft hij. Festivals, het studentenleven, een carrière als advocaat, maar vooral de vrienden om hem heen. VICE Sports ontmoette de 21-jarige Max in zijn nieuwe studentenkamer op de hoek van de Groningse hoerenbuurt, om te horen hoe het met hem is gegaan sinds zijn debuut in 2014. Dit is zijn verhaal.

Advertentie

“Ik zat bij mijn vader in de auto op weg naar een wedstrijd met de A’s toen Ron Jans belde. De vrouw van Jody Lukoki zou bevallen en ik moest hem vervangen. Van de busreis naar Tilburg kan ik me weinig meer herinneren. Volgens mij deed het me niet veel. Ik ga toch niet invallen, dacht ik. Ik was opvulling.

Alle foto’s door Rebecca Camphens.

Mustafa Saymak stond rechtsbuiten. We hadden geen diepte op het veld, waarna ik er in de tweede helft toch in kwam. Ik was denk ik wel een van de snelste spelers van de Eredivisie – misschien nu nog wel. Ik heb laatst een test gedaan en rende 40 meter in 4.85. Mijn tegenstander was Mitchell Dijks. Na de eerste drie ballen die ik kreeg, hapte ik gras. Ik zei tegen Bram van Polen dat hij me niet in de voeten moest aanspelen, met Dijks in mijn rug. Daarna gaven ze de ballen diep. Uiteindelijk kreeg ik een steekbal en ik zette uit de draai voor. Tómas Necid kopte lekker binnen. Hij liep eerst nog weg, die eikel, maar bedankte me daarna.

Daarna ging het een paar dagen helemaal gek op het internet. Ik was een klein jochie dat nog niets van de wereld had gezien. Er werd van alles over me geschreven. Dat ik nog veel acne had, dat het na de wedstrijd een mooi naturel interview was met Arno Vermeulen van de NOS. Ik was erg gespannen voor dat gesprek. Ik dacht: nu ga ik het krijgen, sta ik lekker voor lul op televisie. Ik praat normaal best makkelijk, maar van Arno moest ik mezelf voorstellen. Dat was zo’n kutvraag. Hij liet me zwemmen. Niet van: laten we die jongen eens een beetje helpen met wat voorzetjes. Nee, gelijk zo’n vraag. Alsof je net op de middelbare school komt.

Advertentie

Ik heb het debuut toen niet echt kunnen vieren. Ik was pas om 3.00 uur thuis, ofzo. Alle kroegen waren al dicht. Ik ging gewoon rustig pitten. Maandag werd ik wel leuk ontvangen in de groep, maar daarna ging het mis.

Tijdens een partijtje stond ik tegen Leroy Labylle. Ik maakte een passeerbeweging, ging er langs, maar mijn rechterknie klapte naar binnen en daarna vol naar buiten. Ik scheurde mijn meniscus af en mijn kruisband ook. Die vrijdag ben ik aan mijn meniscus geopereerd omdat hij afstierf. En vijf weken later aan mijn kruisband.

Ik heb eerst wel gehuild, omdat ik hoopte dat-ie niet helemaal afgescheurd was. Daarna dacht ik: fuck it. Weet je, over acht of negen maanden kom ik terug en dan valt er nog veel van mijn carrière te maken. Ik zou eerst revalideren bij de KNVB in Zeist, maar omdat ik nog een jeugdcontract had, moest ik naar de fysio van de beloften van PEC. Ik zou die winter een profcontract krijgen, maar door mijn kruisbandblessure ging dat pas vanaf juli in. Ze hadden bij PEC voor de jeugd en beloften een externe fysio ingehuurd. Als ik daar kwam, mocht ik vaak in mijn eentje wat oefeningen doen en werd ik niet echt gestimuleerd. Ik denk dat ik binnen negen maanden terug was geweest als ik naar de KNVB had gemogen, maar bij PEC werden dat er achttien. Dat is niet best. Ik voelde me dus redelijk aan mijn lot overgelaten.

Op beterschapswensen na hoorde ik de eerste drie maanden bijna niets van mijn eigen club en zat maar een beetje voor lul in Zwolle in die sportschool. De clubarts deed ook alleen maar negatief. Hij zei: ‘Misschien komt dit wel nooit meer goed, ik zie het niet florissant in.’ Toen ben ik helemaal gek geworden. What the fuck, hoezo zeg je dat tegen mij? Ik wil terugkomen en dat ga ik ook doen. Hij zei: ‘Ja, dat zou heel mooi zijn, maar je moet er ook rekening mee houden dat het niet lukt.’

Advertentie

Na een tijdje is mijn vader naar Ron Jans gegaan. Hij was er helemaal klaar mee en heeft gezegd dat het echt niet kon zo. Ik viel tussen wal en schip. Ron Jans was wel meegaand, hij vond het zelf ook heel slecht. Toen mocht ik gelijk bij de fysio van het eerste trainen en ging het proces wel sneller.

Ik denk dat ik er zelf in het begin meer van had moeten zeggen. En het heeft ook langer geduurd doordat ik snel last heb van littekenweefsel. Dan gaat het litteken opzwellen, ook in de knie. Dan komt er vocht bij en kun je de knie niet strekken.

Mijn blessureperiode was heel eenzaam. Ik voelde me kut. Iedereen is lekker met zijn leven bezig en je zit achttien maanden voor lul, lijkt het wel. Alleen maar revalideren. Verder deed ik niet veel. Ik kon pas in juli weer lopen, tot die tijd liep ik op krukken. Ik zat een beetje achter de PlayStation of keek series: Suits, Breaking Bad. Ik heb alles wel gezien. Spelers van PEC hadden ook hun eigen leven, dus ik had niet veel contact met hen. De eerste vijf maanden kon ik geen wedstrijden van PEC meer zien; ik keek überhaupt geen voetbal. Dat deed ik om mezelf in bescherming te nemen, ik werd er depressief van. Dan zag ik Kingsley Ehizibue spelen en dacht ik: daar had ik normaal gesproken gestaan.

Bij een sportpsycholoog ben ik niet geweest. Ik denk wel dat PEC er een had, maar ze hebben het me nooit aangeboden. Achteraf had ik daar misschien wel behoefte aan, maar als je er middenin zit, denk je: ik ga gewoon door, het komt wel goed. Gelukkig leerde ik in de zomer mijn vriendin kennen. Daarna ging het een stuk beter. Ik was minder eenzaam, ze hielp me door te blijven gaan. En het laatste half jaar van mijn revalidatie trainde ik bij Silvan van Leussen, een personal trainer uit Zwolle. Hij heeft me enorm geholpen, fysiek en mentaal. Silvan is daarna ook een van mijn beste vrienden geworden. Als hij er niet was, had ik het denk ik niet gered.

Advertentie

In mei 2016 was ik eindelijk hersteld en in november viel ik in tegen Heerenveen. Het voelde geweldig. Maar conditioneel kon ik nog niet eens een helft aan. En wat gebeurde er: een weekje later raakte ik geblesseerd aan mijn enkel na een veel te gretig duel met Van Polen. Misschien was dat nog wel het grootste keerpunt. Als dat niet was gebeurd, zat ik vast elke week bij de selectie. Daarna had de trainer geen plek meer voor mij.

In januari vertrok ik naar Helmond Sport. Dat was echt de slechtste keuze van mijn leven. Ik vond het verschrikkelijk daar. Het ging vlak daarvoor uit met mijn ex en ik kwam midden in het seizoen, ik had niets met die spelers. Ik hoorde er niet echt bij en woonde er ook niet fijn. Heb je op PowNews die video’s langs zien komen over tokkies in Helmond? Nou, dat dus. Ik kon het niet meer opbrengen en besloot te stoppen. Tot die blessure ben ik altijd vol met voetbal bezig geweest. Later als je thuis niets te doen hebt, voel je pas dat het voetbal niet alleen maar voordelen kent. Je wordt even opgehemeld, maar als je de slechte kant meemaakt, kun je zoiets relativeren. Er is meer dan voetbal.

Ik ben ook niet echt iemand die voetbal echt, echt, leuk vindt. Ik heb altijd tegen mijn vader gezegd: ik wil graag slagen in de Eredivisie, maar ik ga niet in de Jupiler League voetballen. Ik wilde een halfjaartje naar Helmond en dan gelijk weer door. Of gewoon stoppen. Van het Jupiler League-salaris word je niet vrolijk. Met alleen een hbo-opleiding kun je al meer verdienen. Nouja, dan is de keuze voor mij snel gemaakt. De Jupiler League is maar voor dertien, veertien jaar. Als je dan elke maand 4 duizend euro verdient – dat is heel veel, hoor – houd je daarna niks over. Dan ben je 34 en moet je alsnog studeren. Dat wil ik niet.

Advertentie

En nu pak ik ook nog mijn studententijd mee. Ik begin in september aan hbo rechten in Groningen, daarna kan ik misschien door naar de universiteit. Een vriend van mij studeerde hier al en een vriend van hem voetbalde bij Pelikaan S. in Oostwold. Zij hebben mij hier een beetje geïntroduceerd en hun vriendengroep is nu ook die van mij geworden.

De voorzitter van Pelikaan S. heeft me verzekerd van een stageplek en ook deze grote woning voor me geregeld, in de Folkingestraat – de mooiste straat van Groningen. De club sprak me erg aan. Veel jongens hebben ervaring in de Jupiler League. Ik heb totaal niet het gevoel dat we in de tweede klasse voetballen. En het is lekker ontspannen, niet meer dat gepush.

Er is nu al veel veranderd. Ik ging haast nooit uit, maar mijn vrienden zijn echt gek van festivals. We zijn naar Latin Village en Paradigm geweest, erg vet om mee te maken. Toen ik nog voetbalde, was het enige wat ik miste de mensen om me heen. Het is hier nu meestal open huis. Gister ook weer. Kwamen er ’s ochtends al een stuk of tien mensen en ’s avonds vierde een vriend zijn verjaardag bij mij.

Maar ik kijk er ook naar uit om weer lekker met school bezig te zijn, na vier jaar. Ik heb er nog geen moment spijt van gehad dat ik gestopt ben met voetballen. Ik denk ook niet dat ik dat ooit ga hebben. Ik heb drie jaar ellende achter de rug en weet dat ik hier gelukkiger van zal worden.”

Dit is een interview uit de serie Het Nieuwe Leven, waarin gestopte profvoetballers vertellen over hun nieuwe carrières. Zie hier alle verhalen uit deze serie.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.