Waarom ik hoop dat Roda kampioen wordt en Badibanga topscorer
Foto's door Proshots

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Waarom ik hoop dat Roda kampioen wordt en Badibanga topscorer

Elke week schrijft Martijn Neggers een sportcolumn voor VICE Sports over het theater achter het Nederlands voetbal. Neggers staat erbij en kijkt ernaar.

Soms heb je een periode in de Eredivisie waarin er weinig tot niets gebeurt. De clubs die moeten winnen pakken de punten, de clubs die horen te verliezen pakken hun nederlagen manhaftig, en nergens gebeurt iets geks. De vrijdagavond gaat voorbij, de zaterdag, de zondag voltrekt zich stilletjes en maandagochtend aan de koffieautomaten wordt er niet eens echt over het voetbal gepraat. Dus begint Evert, van personeelszaken, ineens tegen je te vertellen dat de rompertjes van de Hema in de aanbieding zijn, of dat hij komend jaar met zijn vrouw en zijn pasgeboren tweeling van plan is een dagje naar zee te gaan. Terwijl Evert vrolijk doorpraat over borstvoeding, begin jij paniekerig te graven in je geheugen of er echt niet íets gebeurd is afgelopen weekend wat de moeite waard was. Moedig doe je een poging.

Advertentie

“Zo, Evert, Feyenoord nog gezien?”

“Ja. Weer gewonnen. Niet echt bijzonder toch? Ik was trouwens afgelopen weekend met de kinderen naar de Efteling. Wil je de foto’s zien?”

“Ehm… Potverdorie, Evert, Go Ahead gaat toch maar moeizaam hè?!”

“Ja, klopt, zat er dik in natuurlijk. Hier, kijk, hier staan Jenny en de kids samen met Pardoes voor een fontein.”

Dat soort periodes vragen om iets spannends. Het hoeft maar klein te zijn. Colin-Kazim Richards die een krat bidons omver schopt, Željko Petrović die weer eens van een van Ado’s transfertargets zelf loon wil gaan betalen, of een willekeurig interview met Nathan Rutjes. Maar soms, heel soms in dit soort periodes, barst de bom ineens. Soms is het in een keer raak en gaat alles aan de kant.

Gelukkig hebben we Roda JC. Daar gebeurt om de zoveel tijd, als het overal vrij rustig is, iets debiels. Eigenlijk is er voor één column gewoonweg teveel grappig aan de ontwikkelingen daar. Je zou een volledig boek kunnen schrijven over die ene winter dat er ineens uit pure paniek zo absurd veel spelers aangetrokken werden, dat je er bijna een volledig nieuw elftal mee zou kunnen vullen. Je zou een absurdistische roman kunnen schrijven over het nieuwe leven van Beni Badibanga, verscholen in het bronsgroene eikenhout.

Beni Badibanga als derde van links, tussen de andere nieuwelingen bij Roda. (Foto: Proshots)

Beni Badibanga, de man die zo internationaal is dat hij in een van zijn eerste interviews geen enkel idee lijkt te hebben waar in Nederland hij überhaupt is. Je zou hem in die roman kunnen laten verdwalen in de voor hem exotische Nederlandse straten, waar mensen bizarre namen hebben als Rudy, Willem, Walther of Sara. Je zou hem in die roman naar een restaurant kunnen laten gaan en hem kennis kunnen laten maken met het Limburgse eten en drinken. Dingen als bier, melk en Spa rood. Dingen als patat, of sperzieboontjes. Beni Badibanga zal in dat boek van de ene in de andere verbazing vallen. En dan, op het einde van de roman zou je er pas achter komen dat hij een Belg is, die is opgegroeid in Waterloo, op een kleine anderhalf uur rijden van Kerkrade. Tenminste, anderhalf uur, als je een klein beetje pech hebt op de ring van Brussel. Anders ben je er sneller.

Advertentie

Over een jaar of vijftien komt Andere Tijden Sport met een documentaire over het nieuwe Roda JC. Vanuit het Olympisch stadion kondigt de dan inmiddels bijna pensioengerechtigde Tom Egbers het aan, met de nodige pathetiek. Tom, gehavend, overspannen en ongelukkig omdat hij nog altijd Studio Voetbal moet presenteren, kan het in al zijn vermoeidheid haast niet geloven dat hij dit nog eens gaat zeggen.

“Het begon allemaal als een grapje. Het begon allemaal wat ongeloofwaardig. We dachten de tweede Merab Jordania van Vitesse voor ons te hebben. De tweede meneer Wang van ADO Den Haag. Hard klonk de hoon, harder klonk de afwijzing. Maar, iedereen zat ernaast. Drie en een half jaar, en honderdzestig miljoen later, speelde Roda JC ineens in de Champions League. Welkom bij Andere Tijden Sport, dit is de documentaire over de miljoenenfabriek uit Kerkrade. Dit is het verhaal van hoe de Koempels de wereld veroverden.” Daarna schakelt het beeld over naar de persconferentie met Korotaev.

Vanochtend was het maandagochtend. Je hebt weinig geslapen en staat met hoofdpijn aan de koffieautomaat. Tot overmaat van ramp komt daar ook Evert nog aanlopen, van personeelszaken.

“Goedemorgen, Evert.”

“Goeiemorgen! Heb je het gezien? Heb! Jij! Het! Gezien?!”

“Ja, man. Prachtig.”

“Nicolas Anelka! In zo’n rare Roda JC trui! Nicolas! Fucking! Anelka!”

Soms gebeurt er ineens zoveel in één keer, dat je haast niet kunt kiezen wat het grappigste is om over te praten, op maandagochtend. Dat je niet eens waar je moet beginnen, tegen je collega’s, in je vriendenappgroep, of tegen de buschauffeur van lijn 7. Gezegend is die tijd, waarin de Eftelingfoto’s van Evert weer een paar weken vooruitgeschoven worden. Ik hoop dat het nog heel, heel lang onrustig blijft in Limburg. Ik hoop dat Nicolas Anelka volgende week met een grote zwarte Roda-muts op zijn hoofd op de tribune zit en dat hij uit volle borst alle liederen met de supporters meezingt. Verdomd, ik hoop zelfs dat Roda JC Kerklaar kampioen wordt, volgend jaar. En vooruit: Beni Badibanga, de internationale Belg uit Waterloo, topscorer.