We spraken darttalent Berry van Peer over dartpsychologie, darteritus en het dartersdieet

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

We spraken darttalent Berry van Peer over dartpsychologie, darteritus en het dartersdieet

Glamour, faam, rondborstige walk-on girls en een dikke prijzenpot: het WK van dartfederatie PDC is de apotheose van het dartjaar.

Terwijl zijn kompanen in Londen een gooi doen naar succes, zit aanstormend darttalent Berry van Peer (20) op een barkruk in Café de Coop in Sprundel. Balend, want Berry had er zomaar bij kunnen zijn. Een maand geleden verloor hij de finale van het jeugd-WK. Zijn laatste kans op een ticket naar Londen was verkeken.

Een goede gelegenheid om het met Berry te hebben over de meest pretentieloze sport van het noordelijk halfrond. VICE Sports zocht hem op in zijn geboortedorp Sprundel, om te praten over bijnamen, mentaliteit, bierbuiken en een dartziekte genaamd darteritus. En natuurlijk over hoe een Brabantse jongen ‘The Bionic’ uit Sprundel werd.

Advertentie

VICE Sports: Vertel, Berry, hoe ben je in de dartsport terechtgekomen?
Ik kom uit een dartgezin. Mijn beide ouders spelen nog altijd – niet zo goed natuurlijk. Mijn broer ook. Als kind zag ik ze af en toe een pijltje gooien. De eerste keer dat ik zelf een poging deed was ik een jaar of acht. Dan gooide ik drie pijlen en had ik er geen zin meer in. Dat ging de eerste vijf jaar zo. Op mijn veertiende ben ik het serieuzer gaan aanpakken, begon ik toernooitjes te spelen, en op mijn vijftiende competitie. Eigenlijk was ik een jaartje te jong vanwege de alcoholleeftijd, dus dat was onder begeleiding. M’n vriendin dart ook, die snapt wat ik doe.

Wat zijn je grootste successen tot dusver?
Vorige maand stond ik in de finale van het jeugd-WK van de PDC. Verder heb ik tweemaal een kwartfinale van een vloertoernooi (zonder podium of groot publiek, red.) gehaald. Eén keer heb ik tegen Raymond van Barneveld gegooid, en gewonnen.

Je bent dus prof. Wat doe je zoal op een dag?
Je hebt darters die hard trainen. Mervyn King, bijvoorbeeld, kan zes uur gooien op een dag. Ik ben van de andere soort: vrij lui. Een schaatser krijgt van zijn coach een strak trainingsschema, maar ik gooi gewoon wanneer ik wil – thuis, in de garage. Even een pijltje gooien, dan weer tv kijken. Soms sla ik een dagje over. Na anderhalf uur ben ik het darten wel beu. Als ik ouder was, zou ik een hobby oppakken. Nu vul ik wel eens een totootje in.

Advertentie

Oké, geen zware training dus. Heb je als profdarter wel een sportdieet?
Ik probeer erop te letten, wat minder vet te eten. Eens in de één à twee weken friet is wel lekker. Kijk, als je laat thuiskomt van een toernooi, dan ga je toch makkelijk nog even langs de snackbar of de kebabzaak. Ik begin stiekem wel een buikje te krijgen, daar moet ik op letten. Door gezond eten voel je je ook fitter en beter. Dat is belangrijk als je de hele dag gefocust moet blijven.

Foto’s door Kas van Vliet

Darten is vooral een psychologische sport, zeggen ze. Hoe ga je daarmee om?
Mentaal is darten misschien wel één van de zwaarste sporten ter wereld. De triple is zo’n klein vakje, je moet constant gefocust zijn om de pijlen daarin te gooien. Na een dag focussen ben je helemaal leeg, de volgende dag moet je weer aan de bak. Daar komt ook nog de wedstrijdspanning bij. De meeste darters nemen een drankje vooraf om te ontspannen. Bij vloertoernooien drink ik nooit. Onlangs op het jeugd-WK nam ik een cidertje. Anderen pakken wel eens wat sterkers erbij. Geen idee of mensen andere middelen gebruiken, zoals Ritalin. Staat dat op de dopinglijst? Er zijn dopingcontroles, die worden serieus aangepakt.

De spanning kan darters wel eens teveel worden. Darteritus is een ziekte waarbij een darter zijn pijl maar niet los kan laten als hij probeert gooien. Ervaring mee?
De captain van mijn team had darteritus: hij kreeg zijn pijlen gewoon niet weg. Dat heeft twee, drie maanden geduurd. Soms kom je er moeilijk vanaf. Ik ken iemand die propjes in de prullenbak is gaan gooien. Dat werkte voor hem, hij is weer terug. Een andere vriend met darteritus gooit tijdens trainingen hartstikke goed, maar krijgt op het podium geen pijl weg door de spanning. Hij heeft acupunctuur geprobeerd. Zelf heb ik het één keer gehad. Heel kort, slechts één leg. Ik moest als eerste gooien, maar kon de pijl gewoon niet loslaten. Ik was overstuur – hoe kan dit? De volgende dag was het weg. Er zijn meer kwaaltjes. Mijn beste vriend, Colin Roelofs, heeft een tennisarm gehad van het darten. Hij is er een lange tijd uit geweest.

Advertentie

Elke darter heeft een bijnaam. De jouwe is The Bionic. Waarom?
Mijn worp ziet er robotachtig uit, ik maak schijnbaar steeds exact dezelfde beweging. Vandaar The Bionic. Het is bedacht door mijn broer en de sponsor. Sponsors verzinnen wel vaker namen voor spelers. Of de darter zelf het nu wil of niet, zolang de fans het maar leuk vinden. Daryl Gurney, bijvoorbeeld, heeft als bijnaam Superchin, omdat hij een grote kin zou hebben. Heeft zijn manager bedacht, zelf vindt Gurney het niks. Maar ja, de fans hè.

Een goed opkomstnummer is onmisbaar voor een darter. Mag je die wel zelf bepalen?
Bij het WK beslist uiteindelijk de tv-zender die de wedstrijden uitzendt. Je levert een paar suggesties aan, maar als de eerste keuze niet bevalt draaien ze een ander deuntje. Tot nu toe heb ik elke keer een ander opkomstnummer gehad. De eerste keer moest ik snel wat kiezen. Het werd Ozzy Osbourne met Crazy Train. Laatst had ik R3hab & Headhunterz. Dat beviel me goed, misschien dat dat ’m wordt. Qua opkomst hou ik het voorlopig bij wat de rest doet: een beetje klappen, handjes geven. Dirk van Duijvenbode heeft een beroemde entree: die komt op met stampende hardcore. Maar ja, iedereen verwacht nu dat hij dat elke keer weer doet.

Wat is het toch met die glanzende, net iets te grote shirts die darters altijd dragen?
Er bestaan kledingreglementen: je draagt een pantalon, je shirt heeft een kraag en je schoenen zijn één en dezelfde kleur. Lange mouwen werkt niet, die trekken aan je armen. Veel darters kiezen voor een ademende stof, maar een polootje van katoen kan ook. Je wilt een stof die lekker zit. Als je die ook nog kan bedrukken, is dat perfect.

Advertentie

Is het gek om je collega’s op tv te zien, terwijl jij hier zit?
Het maakt niet uit welke wedstrijd er op staat, het is raar. Ik heb dit jaar drie kansen gehad om me te kwalificeren voor het WK. Niet gelukt. Afgelopen tijd stonden de meesten te trainen voor het WK, ik voor de seizoenstart van over twee maanden.

Ben je er volgend jaar bij?
Ja, dat durf ik wel te zeggen. Dit jaar maakte ik mijn debuut in de PDC. Het is bijna nooit iemand gelukt zich in zijn eerste jaar te kwalificeren voor het WK. Ik heb het net niet gehaald. Ik moet constanter worden, nu geef ik nog te veel kansen weg.

De grote favoriet voor de wereldtitel is Michael van Gerwen. Toch werd hij niet genomineerd als Sportman van het Jaar.
Het is een schande – schrijf dat maar op. Wat doet Max Verstappen nu eigenlijk? Hij kan goed zijn, maar die auto doet het werk. Niks tegen Max hoor, maar die windsurfer, Dorian van Rijsselberghe, wint twee keer olympisch goud. Dat is beter dan het winnen van één Grand Prix. Michael heeft dit jaar 25 van de dertig toernooien gewonnen. Wat moet je nog meer doen om genomineerd te worden?

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.